Het plan is een inbreiding van 18 woningen in Beinsdorp. De gekozen architectuur en de toe te passen kleuren en materialen sluiten aan bij het heersende beeld van de omgeving. Met architectonische middelen wordt een landelijke dorpse schaal gesuggereerd; lage dakgoten, grote kappen, gevels in donkere baksteen.
Het ontwerp past zich zorgvuldig in de omgeving in en maakt gebruik van de langgerekte vorm van het terrein, met een lang front grenzend aan het open polder landschap. Door het bestaande peilverschil t.o.v. de dijk en een beperkte bouwhoogte tot overwegend 1 laag met kap worden zowel het bestaande uitzicht vanaf de dijk over de open polder als de huidige aanblik van het dorp vanuit de polder niet aangetast. Het ontwerp respecteert een karakteristiek doorzicht vanaf de dijk naar beneden, het open polder landschap in.
Het ontwerp is opgezet in een soort van tweede-lijnsbebouwing onderaan de dijk. De beide bouwblokken ogen door hun vormgeving en kapbehandeling aan de koppen als ‘grote schuren’, die kenmerkend zijn voor agrarische kavels aan de rand van het dorp. De ruimtelijke invloed op het achterliggende open polderlandschap is hierbij aandachtspunt. Het betreffende perceel is nu ook al bebouwd met relatief grote bouwvormen, weliswaar in gebruik voor bedrijfsmatige activiteiten.